Stad Roeselare bouwt op de site aan de Grote Markt en de Botermarkt een nieuw stadhuis. Het doolhof aan gebouwen moet plaatsmaken voor een stijlvolle, toegankelijke en duurzame nieuwbouw, terwijl de historische gebouwen aan de Grote Markt gerestaureerd en geïntegreerd worden. Daarbij geeft men ook het ondergrondse erfgoed de nodige aandacht. Roeselare kent immers een lange en rijke geschiedenis en tastbare sporen hiervan bevinden zich mogelijk nog onder de puinen van de voormalige stadhuisgebouwen.
Archeologisch vooronderzoek met proefsleuven en proefputten
Begin februari legden archeologen van Monument Vandekerckhove een aantal proefputten aan om het archeologisch potentieel van de site te onderzoeken. Daaruit bleek wonderwel een goede bewaring van archeologische niveaus, sporen en structuren over een groot deel van het terrein. Het gaat dan om bakstenen funderingen, kelderstructuren, waterputten, puinlagen, afvalkuilen, enz. Enkel ter hoogte van de diepe kelder van het voormalige politiegebouw zijn archeologische vondsten uitgesloten. De eerste vaststellingen wijzen op een bewoningsgeschiedenis vanaf de 12de-13de eeuw. Roeselare wordt echter al vermeld in 821, kreeg recht op een wekelijkse markt in 957 en de Sint-Michielskerk dateert minstens van voor 1093, dus worden er ook nog wel oudere sporen verwacht.
Kaart van Sanderus (1641) met het reeds bebouwde bouwblok (rode kader) van de stadhuis-site

Op basis van deze resultaten heeft Stad Roeselare beslist een archeologische opgraving te laten uitvoeren. Zo’n unieke kans in het historische hart van de stad kon men immers niet laten liggen. Archeologen van Monument Vandekerckhove zijn van dinsdag 19 april tot vrijdag 6 mei op de site aan de slag om de aanwezige sporen van bewoning en allerhande nevenactiviteiten te documenteren. Vondsten als aardewerk, dierlijk bot, organische resten en bouwmateriaal zullen ons informeren over het dagelijks leven van de Roeselarenaar doorheen de tijd: hoe ze aan de kost geraakten, wat ze aten, hoe ze woonden, enz. Het is letterlijk graven naar de ‘roots’ van Roeselare, met als doel het verleden van deze centrumlocatie te reconstrueren en tastbaar te maken.
Opstart van de archeologische opgraving aan de Zuidstraat
Na drie weken opgraven kunnen we terugkijken op een rijkgevulde opgravingscampagne. De archeologische lagen waren vaak uitzonderlijk goed bewaard gebleven onder de voormalige vloeren. Elders waren deze dan weer meer verstoord door moderne ingrepen dan vooraf gehoopt. Al bij al legden de archeologen van Monument Vandekerckhove een doorsnede bloot van het Roeselare van de volle middeleeuwen (ca. 12de eeuw) tot heden.
Een letterlijke doorsnede van de Roeselaarse geschiedenis
Het talrijke dierlijk botmateriaal wijst op slacht, verwerking en consumptie van vee, de talloze scherven op huishoudens die generatie na generatie het stadscentrum bewoonden. De vele ijzerslakken verraden metaalverwerking en -bewerking op een boogscheut van de Grote Markt, terwijl sterk organische kuilen en een poel getuigen van de landbouwgemeenschap waaruit Roeselare ontstaan is. Lagen met houtskool en verbrande leem doen rampspoed vermoeden, want vakwerkhuizen met open haard gingen al wel eens in vlammen op. Lagen met baksteenpuin en oudere muurfasen tonen dan weer de verstening van het stedelijk weefsel aan.
Buitenmuur van een voormalige kelder aan de Zuidstraat
Nu de archeologen van Monument Vandekerckhove de laatste terreinwerkzaamheden hebben afgerond, kunnen ze met de verwerking van de geregistreerde gegevens beginnen. In de loop van augustus komen ze nog even terug om de diepere structuren te onderzoeken, het gaat hierbij voornamelijk om een aantal waterputten in hout en baksteen. Het rapport van de opgraving wordt over twee jaar verwacht, tegen de opening van het nieuwe stadhuis.