Vrijwilliger Rita Vandecasteele vertelt over haar cultuur-en erfgoedtips voor thuis of in de buurt.
Het is al vele jaren geleden dat ik meehielp aan de inventarisatie van de erfgoedgraven op de kerkhoven in de Roeselaarse regio. Maar sinds 2018 ben ik weer actiever geworden als vrijwilliger bij BIE. Het hoe, wat, en waarom van gebeurtenissen uit het verleden boeit me. En bovendien: zonder verleden is er geen heden. Ik werkte intussen mee aan drie projecten: de inventarisatie van het religieus erfgoed in de kerk van Staden, het project ‘Groenten in de vitrine’ en ik was ook al eens verteloma in de scholen, waar ik vertelde over hoe het leven vroeger was.
Wat is jouw favoriete boek?
Dat is de ‘De Zonnekoning’, het boek over Lodewijk XIV van Johan Op De Beek. Het boek laat je zien hoe het leven toen was. Je leert er enorm veel mee bij over over deze periode uit de geschiedenis, over de politiek toen… het boek maakt je nederig en ik denk er nog heel dikwijls over na.
Welke gevel wandel je nooit voorbij zonder op te kijken?
De gevel van het stadhuis van Roeselare spreekt me aan, hij staat er waardig bij en straalt bescherming en warmte uit.
Welk streekgerecht maak je graag klaar of eet je graag?
Eerlijk? Dit is voor mij een moeilijke vraag. Eten zegt me niet zo veel, ik heb er geen belangstelling voor.
Welke wandeling is de moeite waard?
Niet zo lang geleden heb ik de stadswandeling afgestapt en die vond ik wel ok, bracht me naar plaatsen die ik zeker niet kende, ook ‘dingen’ waar ik anders niet opmerkzaam voor werd.
Waar komt de zon het mooist op?
Voor mij is dat persoonlijk gewoon thuis. Het mooiste zicht heb ik wanneer ik ’s morgens door mijn keukenraam kijk. De lucht, met die prachtige kleuren soms, de wolken waarin je beelden kan ontdekken… Ik kan er lang naar staren en erbij dagdromen.
Wat is jouw favoriete beeld uit de Erfgoedbank Midwest en wat kan je er ons over vertellen of waarom is het jouw favoriete beeld?
Mijn favoriete item is het grafmonument van Albrecht Rodenbach. Hij was een voorloper van zijn tijd en durfde opkomen voor zijn mening. Ondanks heel wat tegenstand vocht hij voor het gebruik van onze Vlaamse taal. Hij was een begenadigde dichter en ook erg ‘menselijk’. Hij maakte fouten, maar zette ook altijd door.